Instructie Bataljon

Kampen als opleidingsplaats voor HBO en universiteit begon eigenlijk al in 1850 met de komst van het Instructie Bataljon (MBO/HBO, zij het militair) en de oprichting van de theologische hogeschool (1854, universiteit). Uit onderstaand verhaal blijkt dat theologie en defensie meer met elkaar te maken hebben in Kampen dan je op het eerste gezicht zou denken. Zeker als het gaat om de geschiedenis van de Van Heutszkazerne.

In het Nederlandse leger in opbouw na de Franse Tijd, was behoefte aan instromend middenkader voor zowel het Nederlandse leger als het KNIL. Geen soldaten, maar onderofficieren, die vanuit de Nederlandse middenklasse en burgerij in opkomst, de verbinding konden leggen tussen de manschappen en de officieren. Het standsverschil was te groot, daar moest een middengroep gevormd worden.

De landelijke opleiding voor de groep jongeren die hiervoor in aanmerking kwam (16-jarige jongens met enig goed verstand uit de gegoede burgerij), werd door de regering toegewezen aan Kampen. De opleiding heette het Instructie Bataljon, zou uiteindelijk drie of vier compagnieën beslaan (600 man in totaal). De jongens, die tekenden voor 10 jaar bij defensie, werden drie jaar getraind in Kampen, waarna ze op 18-jarige leeftijd doorstroomden naar parate functies of naar de officiersopleiding (ook in Kampen, de Hoofdcursus, gevestigd aan de Koornmarkt).

In de 74 jaar dat het IB in Kampen bestond, zijn in totaal 24.000 jongens in de kazerne aan de Oudestraat opgeleid.

Johan van Mulken

De eerste commandant van het IB is een buitengewoon interessante figuur: Johan van Mulken. Zoon van een Kamper stadsboer, werkte zich op tot uiteindelijk generaal en op hoge leeftijd nog kamerlid, minister van oorlog (defensie heet dat nu) en lid van de Raad van State. Van Mulken was naast burgemeester Wttewael van Stoetwegen de belangrijkste lobbyist voor het in Kampen vestigen van ‘zijn’ IB. Hij werd ‘beloond’ met de post als eerste commandant van 1851 tot 1853. Hij was een liberaal van katholieke afkomst (veel Kampenaren waren dat toen!) en fervent kunstschilder. Hij had twee kamers in ’t Collegie (het officiershotel in Kampen), eentje om te slapen en eentje om te schilderen. Vriend en tijdgenoot Johan Rudolph Thorbecke (ja, inderdaad, die van de grondwet 1848), noemde hem ooit ‘de kunstlievende generaal’.

In de periode 1851-1853 krijgt de kazerne haar huidige aanblik. De middenvleugel en de zuidvleugel worden toegevoegd ten behoeve van ruimte voor het IB. Twintig jaar later wordt een hospitaal annex schoolgebouw toegevoegd. Ook wordt een exercitieloods gebouwd (afgebroken in 2014 voor de nieuwe archiefbewaarplaats).

De Hoofdcursus verdween

Zoals Kampen eerder en ook daarna vaak overkwam: rijksbeleid bezegelde het lot. Zowel het IB als de Hoofdcursus werden opgeheven c.q. verplaatst. In 1923 en 1924 verdwenen ze ineens uit de stad. Een aderlating van jewelste, met name cultureel en boven alles economisch: het leger kocht alles lokaal in: uniformen, eten, wapens, alles werd lokaal gemaakt. Zowel de komst (impuls) als het vertrek (aderlating) van de militaire instellingen in Kampen had een hele grote impact op de stad.

De militaire opleidingscultuur in Kampen floreerde in de periode 1850-1924. Landelijk van enorm belang. Alleen de kortstondige Akademiejaren 1980-1989 van Kampen waren landelijk van vergelijkbare statuur, zij het in een ander segment. Hoewel de huidige generatie gepensioneerden zich Kampen vooral herinnert als dienstplichtigenbastion (dat klopt op zich, jaren 50-60-70), was dit van veel mindere statuur en omvang dan militair Kampen van  rond de voorlaatste eeuwwisseling.

Het IB, de Hoofdcursus en de Centrale Cursus (vanaf 1918, tussenstapje voor IB’ers die naar de Hoofdcursus doorgingen) samen in Kampen brachten grote namen voort: Joannes Benedictus van Heutsz is veruit de grootste, zijn adjudant in Indië is een goede tweede, de latere premier Colijn. Het was Colijn die de naamgeving Van Heutszkazerne in 1938 als erevoorzitter van het reüniecomité dat jaar aanvoerde (hij was toen inmiddels premier en Van Heutsz al 14 jaar dood).

Meer dan zeventig van die ooit 16-jarige jongetjes met heimwee zou het overigens later tot generaal brengen. 

Terug naar het overzicht